Belangrijkste programmapunten ‘Waterschapspartij Hollandse Delta
Natuurlijk’.
Waterschappen zijn de oudst bestaande democratische organisaties in Nederland.
Zij zijn als functionele democratie de bakermat van de algemene democratie. In
de loop der eeuwen hebben zij hun bestaansrecht bewezen als bewakers van onze
veiligheid. Zij zijn in de bescherming tegen het water, het beheersen van de
waterkwantiteit, de waterzuivering en het streven naar waterkwaliteit dé
stabiele factor in een politiek landschap waar vaak de waan van de dag heerst.
‘Hollandse Delta Natuurlijk’ stelt zich ten doel het draagvlak onder de
bevolking te vergroten door een regionale bestuursvertegenwoordiging, die
herkenbaar aanwezig en aanspreekbaar is op alle Zuid-Hollandse Eilanden, zowel
in het stedelijk als in het landelijk gebied.
Hieronder volgt onze beknopte visie op een aantal belangrijke onderwerpen; ze
vormt een leidraad voor de leden van de fractie van ‘Hollandse Delta
Natuurlijk’./ Fractieleden van ‘Hollandse Delta Natuurlijk’ functioneren in het
Algemeen in de eerste plaats op basis van hun individuele deskundigheid en
langdurige ervaring; op grond waarvan ze het vertrouwen van hun kiezers hebben
verworven.
Waterkwaliteit
Houdt in: Verontreiniging door onder andere gewasbeschermingsmiddelen,
meststoffen, plastic microdeeltjes en medicijnresten. Dit is een ernstige
bedreiging voor de ecologische en biologische kwaliteit van het
oppervlaktewater. Waterorganismen, zo blijkt uit wetenschappelijk onderzoek,
zijn al gevoelig voor kleine concentraties medicijnresten en de plasticdeeltjes
komen via de voedselketen in de mens terecht. Het afvalwater van huishoudens en
bedrijven moet goed worden gezuiverd voordat het aan de natuur wordt
teruggegeven
Standpunt HDN: Nederland is het afvoerputje van Europa dus de oplossing
moet worden gezocht in politieke wils- en daadkracht, internationale
samenwerking en, vooral voor medicijnresten, aanpakken bij de bron c.q.
bronbeleid. Eventueel ombouwen van zuiveringsinstallaties om opgeloste
schadelijke stoffen te kunnen verwijderen
Deltaprogramma
Houdt in: Het in drie stappen verschaffen van veiligheid via het
voorkomen van een overstroming (preventie), duurzame ruimtelijke inrichting van
ons land en organisatorische voorbereiding op het beheersen van een ramp.
Standpunt HDN: Geef waterveiligheid; waarbij voor een waterschap de
eerste laag (preventie) het uitgangspunt is; naast een belangrijke adviserende
rol bij duurzame ruimtelijke inrichting en rampenbeheersing.
Waterberging
Houdt in: Het bestrijden van wateroverlast door het aanwijzen van
overloopgebieden waar overtollig water tijdelijk kan worden opgevangen.
Standpunt HDN: In sommige gevallen kan wateroverlast worden voorkomen via
waterberging - na overleg met en toestemming van de eigenaren - op (meestal
agrarische) percelen of natuurgebieden.
Waterkwantiteit
Houdt in: Het via gemalen, stuwen en overlaten leveren van voldoende
water van de gewenste kwaliteit op het juiste moment.
Standpunt HDN: Als het om waterpeil gaat kunnen de belangen van landbouw
en natuur anders zijn. Er moet telkens weer een realistische en
biologisch/ecologisch verantwoorde afweging worden gemaakt welk belang
prevaleert: het economisch belang of andere belangen
De watertoets
Houdt in: De watertoets is een proces om ruimtelijke ordening en
waterbeheer met elkaar te verzoenen.
Standpunt HDN: Waterschappen moeten een grotere adviserende en
besluitvormende rol krijgen bij de inrichting van een gebied.
Bouwen met de natuur
Houdt in: Het combineren van de functies water, landbouw, natuur en
recreatie.
Standpunt HDN: Van een landbouwgebied kan, met behoud van de
landbouwfunctie, onder bepaalde inrichting- en beheersvoorwaarden, een
schitterend natuur- en recreatiegebied worden gemaakt met bijvoorbeeld een
weidevogelfunctie.
Investeren in duurzame zuivering
Houdt in: Het terugwinnen van nog bruikbare stoffen en energie uit
afvalwater door het ombouwen van afvalwaterzuiveringsinstallaties.
Standpunt HDN: Het terugwinnen van goed bruikbare stoffen zoals fosfaat -
waarvan de wereldvoorraad opraakt - en cellulose uit toiletpapier hoort, evenals
het benutten van de vrijkomende energie, weliswaar niet tot de kerntaken van het
waterschap maar is een maatschappelijke noodzaak en moet dus worden
gefinancierd. Eventuele positieve saldi kunnen worden gebruikt om de
belastingtarieven te matigen.
Nakomen van Europese verplichtingen
Houdt in: Moeten deze verplichtingen altijd onverkort worden nageleefd?
Standpunt HDN: Europese richtlijnen hebben als doel om afwenteling van
problemen tussen lidstaten te voorkomen. Om die reden moeten ze worden
nageleefd. Dit hoeft niet onverkort. Het voor de vismigratie bedoelde, maar de
zoetwatervoorziening bedreigende en dus voor de belastingbetaler zeer kostbare,
Kierbesluit is hiervan een voorbeeld.
Internationale activiteiten
Houdt in: Wereldwijde belangstelling voor de kennis en expertise (water
governance) van waterschappen.
Standpunt HDN: Door een deskundige bijdrage te leveren aan de oplossing
van mondiale watervraagstukken leveren waterschappen een belangrijke bijdrage
aan de wereldwijde problemen op hun vakgebied.
Waterschapslasten
Houdt in: Hoe moet het Europese OESO-principe 'de vervuiler/gebruiker betaalt'
rechtvaardig worden toegepast.
Standpunt HDN: Door scherp begroten en het verder stroomlijnen van de
organisatie worden de kosten binnen de perken gehouden en vervolgens evenredig
verdeeld. Als heffer van belastinggelden is het waterschap verplicht een
redelijk kwijtscheldingsbeleid te voeren. Een te geringe marge tussen inkomsten
en uitgaven kan echter het uitvoeren van de kerntaken frustreren; dit moet te
allen tijde worden voorkomen.
Duurzame energie.
Houdt in: Het halen van de doelstellingen op het gebied van
energiebesparing en/of het zelf opwekken of importeren van 'schone', niet
milieuvervuilende energie.
Standpunt HDN: Het is moeilijk de door Nederland ingezette doelstelling
van 14% in 2020 te realiseren. Bij het bouwen van horizonvervuilende
windmolenparken moet de mogelijkheid tot inspraak van de burgers, die nu sterk
is beperkt, worden uitgebreid. De aandacht moet zich in de eerste plaats richten
op onderzoek naar de mogelijkheden van, in Nederland ontwikkelde, blauwe
(water)energie; in energie uit biomassa, in zonne- of waterkrachtenergie of de
import daarvan.
Baggerbeleid
Houdt in: Het in een meerjarige cyclus baggeren van watergangen ten
behoeve van de waterkwaliteit.
Standpunt HDN: Door de verplichte Europese aanbesteding kunnen er
problemen ontstaan die deze cyclus doorbreken en het beleid ernstig frustreren.
Hier moet een oplossing voor worden gevonden; bijvoorbeeld door het aangaan van
meerjarige contracten met ter zake kundige aannemers. Er is een extra, in het
kader van de KRW verplichte, opgave van baggeren in stedelijk gebied. Voor het
storten van de hier verwijderde bagger moet, o.a. in overleg met de aannemer,
een goede oplossing worden gevonden.
Klimaatscenario’s
Houdt in: De weersverwachting van het KNMI over een langere tijd tijdens
deze interglaciale periode.
Standpunt HDN: Na de Middeleeuwse opwarming, die de ontwikkeling van de
huidige landbouw mogelijk maakte, kwam de 'kleine IJstijd' van de
wintergezichten van schilder Hendrick Avercamp. Sinds ongeveer 1850 begon een
nieuwe periode van opwarming die, o.a. door het smelten van ijskappen, een
zeespiegelstijging veroorzaakt met grote gevolgen voor het waterbeheer. Het
waterschap moet anticiperen op de klimaatscenario’s door werken zoals
dijkversterkingen dusdanig uit te voeren dat die een langere tijd, bijvoorbeeld
vijftig jaar, meegaan.
Draagvlak
Houdt in: Bij de uitvoering van projecten, via voorlichting en inbreng
van de ingezetenen, streven naar een zo breed mogelijke betrokkenheid bij het
betreffende project.
Standpunt HDN: Het is niet in het algemeen belang dat er onvrede bij de
ingezetenen ontstaat over te nemen maatregelen via het vormen van actiegroepen,
het indienen van lijsten met handtekeningen en andere vormen van actie.
Natte natuur
Houdt in: Met 'natte natuur' wordt meestal bedoeld het door verschillende
organisaties ecologisch/biologisch ongefundeerde, klakkeloos onder water zetten
van - soms zeer grote - percelen.
Standpunt HDN: Enkele voorbeelden zijn het onder water zetten van delen
van de duinen van Ouddorp door Natuurmonumenten en het plan van de Provincie
betreffende de polder Buytenland in Rhoon. Aangezien elk draagvlak bij de
ingezetenen ontbreekt moet dit - zeker als er door het combineren van functies
als landbouw, natuur en recreatie - betere oplossingen zijn, ten stelligste
worden afgewezen.
Natuurvriendelijke oevers
Houdt in: Een natuurvriendelijke oever wordt dusdanig ingericht dat er
een ecologisch/biologisch juist evenwicht ontstaat.
Standpunt HDN: Bij een juiste inrichting wordt het geheel van de
watergang betrokken: schoon water met een opeenvolging van met elkaar in
biologisch evenwicht verkerende planten en dieren. Steile oevers worden
onderbroken door 'uittreedplaatsen' om verdrinking van overzwemmende dieren te
voorkomen.
Kruidenstroken
Houdt in: De eerste aan de watergang grenzende meters van het
landbouwperceel worden ingezaaid met, afhankelijk van het soort perceel,
verschillende kruiden/bloemenmengsels.
Standpunt HDN: Doordat de stroken niet worden bewerkt komen er minder
vervuilende stoffen in het water terecht. De stroken bieden voedsel en
bescherming aan o.a. roofinsecten, waardoor tot meters uit de strook minder
beschermingsmiddelen nodig zijn. De bloeiende stroken zijn bovendien een
belangrijke toeristische attractie langs bijvoorbeeld fietsroutes. Het
waterschap is slechts een van de financiers; bij eventueel wegvallen van
financiering door andere instanties zoals de Provincie zijn de stroken helaas
niet meer mogelijk. Het waterschap moet zich inspannen om deze stroken, vanwege
de belangrijke combinatie van functies, te behouden.
Opschaling
Houdt in: Moeten waterschappen nog verder opschalen dan nu al is gebeurd.
Standpunt HDN: Verdere opschaling moet worden afgewezen omdat het contact
met de ingezetenen verloren zal gaan. Kostenbesparende samenwerking op enkele
hiervoor in aanmerking komende gebieden zoals handhaving en
(muskusratten)bestrijding is voldoende.
Zoetwatergarantie
Houdt in: Het aanvoeren/beschikbaar zijn van voldoende zoet water voor
peilbeheersing, beregenen, droogvallen en drinkwatervoorziening. In de
Zuidwestelijke Delta komt, tijdens lage rivieraanvoer via het Spui, bij de
inlaatpunten voor zoet water een periodieke, kortdurende overschrijding van de
grenswaarde voor zout voor. Daarnaast is er op enkele plaatsen in het gebied
sprake van zoute kwel, het omhoog komen van zout grondwater vanuit oude
zoutkreken.
Standpunt HDN: De strategische aanvoerroute voor zoet water via
Biesbosch, Hollands Diep en Haringvliet moet worden behouden. Handhaven van het
huidige niveau van zoetwatervoorziening is hierbij de randvoorwaarde.